Vorig jaar was er de bouw van het steenschottentuinhuis. (steenschot is ondertussen de zoekterm waarmee heel veel volk hier op dit blogje terechtkomt)
Zoals met zoveel doe-het-zelf-projecten schiet daar altijd wel een beetje materiaal van over. Geen nood, we vonden een paar toepassingen.
Een plank van hetzelfde materiaal als de wanden deed een tijd dienst als extra zitplaats, stevig (ahum) neergelegd op een grote bloempot.
We verzaagden ze en maakten er twee vensterbankjes van. Ideaal om een bloempot met fragiele zaailingen op te zetten. Of versgeplukte aperitieftomaatjes op te leggen 😉
De grootste spleten in de wand van het tuinhuis worden zo ook een beetje weggestopt.
Het laatste grote stuk douglassteenschot werd in drie gezaagd, de planken dienen als gewicht en basis voor de voorste afsluiting van de compostbakken. Daarop spijkerden we met krammen stukken op maat geknipt draadgaas (dat vroeger aan de boomhut hing, maar nu al een paar jaar overal in de weg stond).
Haakjes werden in de opstaande panelen gevezen, en we kunnen de bakken ten volle benutten nu, zonder dat alles over het paadje valt of uitgespreid wordt door de vogels en katten.
Nog een ander stuk, in azobé, was tijdelijk salontafel. Gewoon op een omgekeerde plastieken box was dat goed genoeg voor ons. Toen metekindje zich op het uitstekende stukje neerzette en bijna (net niet dankzij een bliksemsnelle reactie van schone zus) alle mojito’s katapulteerde besloten we om er toch eens “iets” mee te doen.
Bij het opruimen van de garage kwamen we nog resten van onze rozenboog tegen, stukjes ijzer in H vorm. Handjes en brains werkten een plan uit, en voila: een stevige (en loodzware) salontafel.
Het kleine stukje werd afgezaagd, gaten geboord in het hout, ijzers in de gaten gestoken, de uitstekende stukken ijzer afgezaagd en bijgevijld, klaar.
Door de dikte en stevigheid van het hout is er geen kans dat de poten scheef komen te zitten, en door de H-vorm worden alle planken ook bij mekaar gehouden.
We vonden ook nog plastiek houdertjes om tentpalen in te zetten, maar die werden zonder pardon naar de vuilnisbak verbannen. Geen zicht, die witte plastiek op ons schoon terras!
Tentpalen zei u? Jawel. Van twee partytenten, die bijna verpulverden toen we ze uit de dozen haalden. Die palen, samen met hout van de boomhut (te gevaarlijk om nog in te klimmen, de steunpalen zijn net op de grond bijna volledig doorgerot) werden omgetoverd tot een draagsysteem voor de aardbeibakken.
Beetje vijgen na Pasen, maar goed voor volgend seizoen. De hoeksteunen zijn hoog genoeg, zodat we er indien nodig een net kunnen over hangen.
Er is nog materiaal genoeg om 16 extra bakken te kunnen ophangen, dat is een projectje voor één dezer dagen.
De zelfgemaakte tweede vliegenhor voor onze extra-large terrasdeuren bleek na enkele jaren toch niet zo handig als we gehoopt hadden. Een systeem waarbij je binnen en buiten kan via de hor bestaat niet in die maat, of is onbetaalbaar duur, dus wordt hier het compromis van één vast zelfgemaakt paneel en één deur zonder hor waarlangs je binnen en buiten kan gebruikt. Als er iemand wel een handig systeem kent, laat het dan zeker weten.
Het niet-gebruikte deel lag/stond/slingerde rond/versperde de weg in de garage. Demonteren en recycleren!
We keken, dachten en deden, en even later had ik een stapelbaar kruidendroogrek, waar meteen al gebruik van gemaakt werd om salie te drogen.
Op de foto zie je maar een deel, in totaal zijn er vier zo’n tafeltjes die perfect op een toren kunnen gestapeld worden. Een afgedankt voilegordijn ligt nog klaar om verknipt en op maat gestikt te worden als hoes en bescherming tegen insecten. Ooit. Ne keer.
Met de rest van het hout begonnen we aan een afdekking voor de compostbakken. Zonder iets blijkt het toch meestal “kleffe drets”. We maakten een kader dat zichzelf vasthoudt op de middelste bak, en bevestigden daar een heidemat (dubbel) op. Aan de twee andere kanten ligt ook een panlat geklemd, waar de heidemat aan vasthangt.
Je kan dus links en rechts makkelijk open leggen, en als je de twee kanten allebei op het middenste deel legt kan alles er in één keer afgehaald worden zonder al te veel moeite. ’t Ziet er aangenamer uit dan tevoren: toen lag er een restje van het dakprofiel van de villa op één deel van de bak. Soms wel, soms niet, soms half, dat hing een beetje af van de wind en of de katten pogingen hadden gedaan om er op te liggen zonnen (en er dan prompt door te zakken). ’t Is niet perfect waterdicht natuurlijk, maar het zal alleszins al heel wat liters water per jaar schelen.
Een beschilderde unalitplaat die vroeger ondergrond was voor complete lego-landschappen werd een beetje ingekort. Eén stukje is nu achterwand voor een rekje van de Zweed, waar anders strips vooraan ingelegd worden en achteraan weer uitvallen. Gedaan miserie, nette stapels nu (efkes toch, nu alles juist weer gezet is).
Het simpelste van alles: Een latje steenschot op twee klinkers om een plantenbak van de grond te houden, en drie kleine blokje azobé die hetzelfde doen met een grote bloempot.
Kostprijs van dit alles: 30 euro voor de heidemat, wat vijzen en haakjes en een hele dag plezier. Dat laatste moet je niet cynisch lezen, ik kan/we kunnen er echt van genieten om van niets iets te maken. Missie geslaagd zou ik zo denken.