Schriftje twee, dat gaat over alles wat met onze tuin te maken heeft.
Planten, plannen, kosten, wat er wanneer gebeurde of zou moeten gebeuren, successen of complete mislukkingen in de moes- en siertuin, en nog zoveel dingen meer, het staat er ongeveer allemaal in.
Leuk om bij te mijmeren en weg te dromen als de dagen kort en donker zijn, en de regen meer zin doet hebben om binnen te prutsen dan om in kou en nattigheid te tuinieren.
Maar een tuin, da’s vooral leuk in ’t echt. In elk seizoen is er daar wel iets te beleven, en ik zou dat stukje uitbreiding van onze woonst verschrikkelijk slecht kunnen missen.
Het groeide mee met ons gezin en evolueerde door de jaren heen naar de gezellige plek die het nu is.
We kunnen er ons creatief ei kwijt. Villa Steenschot was een leuk project, waar we nog geen moment spijt van hebben. Binnenkort komt daar op vraag van een lezer nog eens een update over.
Het moet niet altijd zo groot zijn natuurlijk: een stel schommelpalen omtoveren tot een aardbeihoekje is al even plezant.
Met de overschotten van de boomhut een houtopslagje maken ook. Of onze betonnen buizen, die al enkele jaren kippenhok zijn. (helaas nog steeds niet met de massa mos waarop ik hoopte, maar er is een begin…)
De moestuin is voor mij wat gaan lopen is voor de man. Tijd om de chaos in mijn hoofd wat te ordenen, of gewoon te vergeten, en helemaal tot rust te komen. Zalig.
Elk jaar opnieuw, beginnen met een schone lei.
Er zijn “geheime” hoekjes, waar ik kan genieten zonder dat anderen mij weten zitten.
Sommige kleine kabouters vinden het zalig om – met wat assistentie – te blijven zoeken 🙂
Er zijn bomen met een verhaal.
Er zijn wolken. Eerst een witroze, vlak bij het terras, nadien een helderwitte, een lage roze, een blauwe en dan weer roze en wit. Een grijsblauwe en een donkergroene. Binnenkort weer een andere witte. De kleuren volgen mekaar op, van in de winter tot laat in de herfst, altijd met andere blikvangers.
Er is ruimte. Om een tent te zetten, om te aperitieven, om volk mee te laten genieten van een barbecue.
Er is een aangename stilte. In de week meestal, wanneer alle buren gaan werken zijn. In het weekend vinden velen het – jammer genoeg – een must om “Radio Nietteharden” luid door de buitenboxen te laten schetteren. Liefst in alle omringende tuinen een andere. Ik heb genoeg aan het gekwetter van de vogels, of de wind die door de bomen ruist. Kakelende kippen en een spinnende poes ergens in mijn buurt vind ik ook dik in orde.
Er is een buurtweg die vlak naast onze tuin loopt, en die we niet afsloten. Grappig hoe sommige mensen daar heel onwennig op reageren, maar ook leuk dat je spontane gesprekken hebt met volslagen vreemden. Al een aantal keren leidde zoiets tot een rondleiding of een fotosafari in onze tuin. De trampoline die er nog steeds staat werd de laatste tijd ook al meer gebruikt door anderen dan door onze eigen zonen. Allemaal geen erg.
Er zijn beestjes. Of voormalige prinsen, wie zal het zeggen?
Er zijn meer en meer onkruiden die gekoesterd worden, omdat ze zoveel goeie dingen kunnen doen voor mensen. Zelfs (een beetje) geel wordt hier tegenwoordig getolereerd, kundedageloven?
Soms zijn er wel eens wat arbeidsintensievere perioden, zoals na een familieweekend bijvoorbeeld… Opgeschoten sla, verdroogd plantgoed in de serre, onkruid dat feest houdt op de moestuinbedden. Een dagje doorwerken, en ’t is geregeld.
Moestuincompaan Sabien houdt mij ook altijd bij de les. Als ze mij een emmertje overschot van serrewit brengt, dan besef ik weer dat het tijd is om de ruiten te verven. Ik besefte dat al elk jaar, maar dit is de eerste keer dat ik dat doe. Benieuwd…
Als zo’n dagje dan afgesloten kan worden in de avondzon, met zicht op ons paradijs,dan kan je toch alleen maar content zijn?