Een eerste toelichting bij mijn zadenruillijst, die je hier kan vinden.
De soorten die ik in aanbieding heb staan vet.
Pepers en paprika’s, een mens kan daar nooit genoeg van hebben, vinden wij hier. Omdat onze serre maar een beperkte oppervlakte heeft moet ik elk jaar hartverscheurende (nu ja) keuzes maken, woekeren met beschikbare oppervlakte, en toch ook altijd een aantal planten buiten zetten.
Dit jaar loste ik het op met een trucje van Diana: 3 planten op de plaats van eentje. Dat ging behoorlijk goed. Een steunpaal in de grond, en drie plantjes er rond planten. In het begin liet ik ze wat doen, maar eens de planten blad genoeg hadden verwijderde ik alles tot een hoogte van ongeveer 25 cm. Blote stammetjes, en behoorlijk wat opbrengst.
De zoete puntpaprika’s (zaden van Rob) deden het buiten beduidend beter dan in de serre. Ze rijpten buiten veel vlugger af, en hadden ook veel meer vruchten per plant. In de serre stonden ze dan wel tot vandaag, terwijl de buitenplanten al zo’n maand niks meer doen.
Ook Lipstick was zo eentje. Mooie rode vruchten, veel vroeger rijp buiten dan binnen, en ook veel productiever. Ze bleven in de serre wel tot na het eerste vorstprikje hangen. Vandaag werd de plant verwijderd, en oogstte ik de laatste paprika.
Carribean red, daar is voorlopig niet veel rood aan. Te laat gezaaid? Te weinig licht en/of warmte? De plant werd vandaag ook uit de serre gehaald, nadat ik nog een massa grote, mooi groene vruchten oogstte. ’t Schijnt dat paprika’s niet narijpen, we zien wel.
De lekkerste dit jaar was ongetwijfeld Doe Hill, een afgeplat geel blokpaprikaatje, met sappig, zoet vruchtvlees. Het exemplaar op de foto is van vandaag, en heeft nog een klein groen stukje, maar eind augustus tot zowat half oktober aten we veel van die lekkere geeltjes. Ze waren toen ook iets groter.
Alma zette ik dit jaar niet zelf, de zaden zijn van vorig jaar. Een roomwit afrijpende buitensoort, maar niet echt waw vinden wij hier. De struik groeit ook nogal chaotisch, en geeft zo nogal wat kans aan slakken. Ik herinner mij dat die paprika’s altijd pas heel laat rijp waren, en dat ik ze dan eerder aan de kippen gaf dan er zelf nog iets mee te doen. Nu ja, misschien kunnen jullie beter 😉
Sweet Choco, da’s eentje die hier volgens mij nog nooit al zijn troeven heeft uitgespeeld. Weinig opbrengst, dun vruchtvlees, maar wel lekker zoet, en met die speciale donkerrood- tot echt chocoladebruine kleur. In de serre geen enkele vrucht, en buiten waren de slakken mij meestal voor. Ik geef hem volgend jaar nog een kans, maar als er niet meer opbrengst is vliegt hij onverbiddelijk uit mijn collectie.
De mini oranje paprika’s zette ik met drie in een pot. Ooit gekocht als een leuk hebbedingetje, bij Ecoflora, maar uiteindelijk is dat niks voor een groot gezin. Er zijn nooit genoeg paprika’s samen rijp om eens iets deftig mee te doen, en het is veel te veel prutswerk voor mij voor wat het maar opbrengt.
Ik vond ze ook niet echt fantastisch van smaak. Je hoeft ze natuurlijk niet op te eten, een plantje met kleine oranje paprika’s is ook wel gewoon mooi op een balkon of terras. Ik zet ze niet meer, dus heel mijn voorraad zaadjes mag weg.
Om een idee te geven van het formaat legde ik er eentje op een dessertlepel. Ze zijn wat verrimpeld omdat ze louter voor zadenoogst gebruikt worden.
Pepertjes, da’s altijd een succes: een beetje tot heel veel hot is hier altijd welkom.
Red Fire geeft een massa leuke vruchtjes die omhoog staan aan de plant, en kleine kaboutermutsjes lijken. Deed het zowel in de serre (in een pot) als buiten in volle grond uitstekend. Omdat we zoveel pepertjes niet zomaar eventjes opeten droog ik ze, en zo zijn ze enkele jaren houdbaar. Heerlijk om een spaghettisaus of soep mee te pimpen.
Ook de Rode cayenne is zo eentje. Heet, productief en makkelijk te drogen. Die stond dit jaar ook in pot in de serre, en buiten in volle grond.
Nog een heet dingske: Aji white fantasy. Al was dat niet altijd even duidelijk. Sommige vruchtjes kon ik eten als een paprika, terwijl oudste zoon (die echt wel veel pikanter eet dan ik) mij met een vuurrood hoofd beschuldigde van foute informatie.
Groter dan de vorige twee, roomwit afrijpend, en niet echt geschikt om als geheel te drogen. Misschien wel als je ze in stukjes snijdt, maar dat is dan weer te veel moeite voor mij. Ik denk dat ik ze verwerk tot een witte sambal, of invries. Wordt vervolgd.
Onderstaande foto nam ik vandaag, net voor de plant plaats moest maken voor spinazie. Zoals je ziet: nog behoorlijk fris. De verlepte blaadjes die je rechtsboven ziet zijn van de Smartmatplant. Als je goed kijkt zie je daar ook nog een groen pepertje aan hangen.
Zowel Smartmat als Hellofresh hebben hier een aantal dozen geleverd, ooit. in elk van die dozen zat eens een pepertje, en ik vond dat de moeite om te proberen daar iets meer mee te doen dan gewoon in de saus te draaien. De zaden werden geoogst, en elk jaar heb ik hete Hellofresh pepertjes, en milde Smartmat pepertjes. Misschien kan een echte kenner er wel een ras op plakken, maar ik vind ze gewoon lekker. Ze zijn merkelijk groter dan de twee andere soorten.
Ze zijn perfect te drogen, maar dat vraagt meer tijd dan de Rode cayenne of Red fire.
Die van Smartmat (de milde) oogst ik ook groen. Vandaag werden de laatste geplukt.
Hieronder van klein naar groot: Red fire, Aji white fantasy, Rode cayenne, Hellofresh en Smartmat, allemaal vanop het droogrek.
Voor wie niet meedoet met de zadenruil bij Rob: je mag het steeds laten weten als je zaden van iets zou willen proberen. Als er nog over is stuur ik met veel plezier een pakje op.
Tot slot nog een prentje van de oogst van de dag. Ik ben heel blij dat ik een groentenhofke heb dat een beetje zelfredzaam is.